F van Failliet

Failliet. Ook: gefailleerde. Natuurlijke- of rechtspersoon die in staat van faillissement is verklaard.

Faillissement. De gerechtelijke vaststelling dat een schuldenaar heeft opgehouden te betalen. Het faillissement kan worden uitgesproken op verzoek van de schuldenaar zelf, op vordering van het openbaar ministerie, en op verzoek van één of meer schuldeisers, waarbij het uiteindelijke doel is het gehele vermogen van de schuldenaar te gelde te maken en de opbrengst onder de schuldeisers te verdelen. Er wordt een curator benoemd die het beheer en de beschikking over het vermogen van de failliet overneemt.

Faillissementsrecht geeft regels met betrekking tot de situatie waarin iemand verkeert die, blijkens rechtelijk onderzoek, niet langer in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het door de rechtbank uitgesproken faillissement legt beslag op nagenoeg het gehele vermogen van de schuldenaar. Het faillissementsrecht regelt voorts de verdeling van het vermogen van de schuldenaar ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers.
In geval van een faillissement wordt naast de Rechter-Commissaris een curator benoemd.
Een door de rechtbank uitgesproken surséance van betaling is gericht op voortzetting van de onderneming en schort – teneinde dit mogelijk te maken – de betalingsverplichting van de schuldenaar voor een bepaalde periode op. In geval van een surséance van betaling wordt naast de Rechter-Commissaris een bewindvoerder benoemd.

First offender. Iemand met een blanco strafblad, die nog niet eerder met de politie in aanraking is geweest.

Formeel recht – Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd.

ForumGerecht, rechterlijk college.

Fourneren – Het overleggen van de procesdossiers aan de rechter met het doel een vonnis te krijgen.