L van Lijfsdwang

Lijfsdwang. Dwangmiddel. Bevoegdheid voor een eisende partij toegekend in een vonnis om de gedaagde in hechtenis te doen nemen zolang deze niet voldoet aan hetgeen waartoe hij in dat vonnis is veroordeeld. Zie ook dwangsom.

Loonbeslag. Beslag onder de werkgever op het loon dat deze aan een werknemer verschuldigd is. Vindt onder meer plaats door de belastingdienst en het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (bij kinderalimentatiekwesties en uithuisplaatsing).

Landsadvocaat – Zelfstandig advocaat die het rijk adviseert of namens het rijk optreedt als raadsman.

Leerstraf – Het verplicht volgen van een cursus of training als alternatieve straf voor jeugdigen, met de bedoeling er iets van op te steken.

Legalisatie – Wettiging; verklaring van echtheid.

Letselschade – Bij letselschade gaat het om zaken op het gebied van verkeersongevallen, bedrijfsongevallen en medische fouten waardoor lichamelijke, financiële en/of geestelijke schade ontstaat. De te verhalen schade kan bestaan uit loonschade, huishoudelijke kosten, voorzieningen thuis, hulp van derden, autokosten, smartengeld etc.

Lik-op-stuk – Snel afhandelen van zaken door politie en justitie. De wetsovertreder krijgt meteen een acceptgiro voor de boete of een dagvaarding om op de zitting te komen.

Litispendentie – De situatie dat een geschil al bij een andere rechter in behandeling is.

Lijdelijk – In het civiele recht is ‘de rechter lijdelijk’. Dat betekent dat hij alleen beslist op de geschilpunten die de partijen zelf naar voren brengen en een afwachtende houding aanneemt. In het strafproces en het bestuursproces is de rechter daarentegen leidend. Hij onderzoekt de zaak die aan hem wordt voorgelegd.