Mediation. Vorm van conflictoplossing via bemiddeling door een onafhankelijke derde, de mediator. Voor mediation gelden twee belangrijke uitgangspunten: vrijwilligheid en vertrouwelijkheid. Partijen kunnen niet worden gedwongen aan het mediation-proces mee te doen en de deelnemers verbinden zich vooraf tot geheimhouding. De uitkomst van de mediation wordt niet opgelegd door de mediator; de partijen bepalen zelf hoe de oplossing eruit ziet.
Meerderjarigheid. Indien de leeftijd van 18 jaar is bereikt. Vanaf die leeftijd is men dus niet langer handelingsonbekwaam.
Mentorschap. Beschermingsmaatregel ingesteld door de kantonrechter voor iemand die zijn belangen op het persoonlijke (niet-financiële) vlak niet kan waarnemen. Door de rechter wordt een mentor benoemd.
Mentor. Neemt , zo veel mogelijk samen met degene die onder het mentorschap staat, beslissingen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
Maatregel – Een maatregel kan worden opgelegd na het begaan van een strafbaar feit. Er kunnen maatregelen worden opgelegd in plaats van een straf of naast een straf. Voorbeelden zijn:terbeschikkingstelling, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, onttrekking van voorwerpen aan het verkeer.
Magistratuur – Alle leden van de rechterlijke macht, dus rechters (zittende magistratuur) en de leden van het Openbaar Ministerie (staande magistratuur).
Materiële schade – Schade die direct in geld is uit te drukken.
Mediation – Alternatieve methode om geschillen buiten de rechter om op te lossen. Wordt ook alternatieve geschillenbeslechting of ADR genoemd.
Meervoudige kamer – Een kamer van een gerecht, bestaande uit ten minste drie rechters. De meervoudige kamer beslist over zware of ingewikkelde zaken. Zie ook: Enkelvoudige kamer.
Meineed – Valse eed. Getuigen die opzettelijk niet de waarheid spreken bij de rechtbank, maken zich schuldig aan meineed.
Memorie van Antwoord – Datgene wat de gedaagde aanvoert tegen hetgeen de eiser stelt in eenappèlprocedure in civiele zaken.
Memorie van Grieven – Datgene wat de eiser vordert in een hoger beroepprocedure.
Merken- en handelsnaamrecht – Het merkenrecht betreft het uitsluitend recht op een merk. Dit omvat de bevoegdheid van de merkhouder om met uitsluiting van anderen zijn merk te gebruiken ter onderscheiding van de van hem afkomstige waren en diensten van die van anderen.
Het handelsnaamrecht daarentegen impliceert niet het uitsluitend recht op een handelsnaam. De wetgeving op het gebied van het handelsnaamrecht beoogt slechts misleiding en verwarring te voorkomen. Bescherming van een handelsnaam is derhalve veel beperkter dan de bescherming van een merk. Vaak ook komt het handelsnaamrecht van de een in strijd met het merkrecht van de ander. Welk “recht” in dat geval het zwaarste moet wegen, geeft stof tot discussie.
Militaire kamer – De rechtsprekende instantie die belast is met de behandeling van strafzaken die zijn begaan door militairen. Deze kamer is ondergebracht bij de rechtbank Arnhem. Als het een meervoudige behandeling betreft, bestaat de militaire kamer uit twee rechters en een militair lid. Het militair lid is een officier van één van de krijgsmachtonderdelen.
Minuut – Origineel exemplaar van een gerechtelijk stuk (bijvoorbeeld een vonnis), dat blijft bij degene die het heeft opgesteld (griffier).
Misdrijf – Zwaar strafrechtelijk vergrijp. De strafwetgeving onderscheidt overtredingen en misdrijven. Overtredingen worden in de regel berecht door de sector kanton van de rechtbank, misdrijven door de strafsector van de rechtbank.
Mondeling vonnis – Vonnis dat meteen na de behandeling wordt uitgesproken.
Moord – Het opzettelijk en volgens plan (met voorbedachten rade) iemand van het leven beroven. Maximale straf: levenslang. Zie ook: Doodslag.
Mulder-afdoening – Procedure om buiten het strafrecht om lichte verkeersovertredingen administratief af te doen.