Verbintenis. Overeenkomst.
Verdediging. 1. De advocaat of gezamenlijke advocaten van de verdachte. 2. Het verdedigen van of pleiten voor een verdachte.
Verificatievergadering. Bijeenkomst van schuldeisers van een failliet, de failliet zelf en/of zijn curator, onder leiding van een rechter-commissaris. Alle schuldeisers kunnen na de faillietverklaring hun vorderingen indienen bij de curator. Vervolgens vindt er een verificatievergadering plaats. De curator zal de vorderingen controleren en een rang geven. Er zijn bepaalde schuldeisers, zoals pand- en hypotheekhouders (meestal zijn dit de banken) die voorrang hebben.
Verschoningsrecht. Op grond van de wet is iedereen die daartoe wordt opgeroepen verplicht om in een procedure een getuigenis af te leggen. Sommigen kunnen zich echter van deze verschonen en wel op grond van een (familie)relatie met een van de partijen of op grond van een ambts- of beroepsgeheim (zoals een advocaat).
Verschotten. Door de advocaat, ten behoeve van de zaak, gedane uitgaven als griffierechten, deurwaarderskosten, reis- en verblijfkosten.
Verstek. Als een procespartij, gedaagde of gerekwestreerde niet verschijnt in een procedure laat hij verstek gaan. In civielrechtelijke zaken zal de rechter dan een vordering of verzoek aan een (beperkt) onderzoek moeten onderwerpen. Doorgaans zal het gevorderde of verzochte echter worden toegewezen, tenzij de rechter dit onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Verweerder. Degene tegen wie een verzoek bij de rechter wordt ingediend. Zie ook Gedaagde.
Verzet. Rechtsmiddel dat de gedaagde in staat stelt middels een zogenoemde verzetdagvaarding, binnen een doorgaans korte termijn, na het wijzen van het verstekvonnis alsnog in de procedure te verschijnen en dus te reageren op de tegen hem uitgebrachte dagvaarding. De verzoekschriftprocedure kent niet het rechtsmiddel van verzet.
Verzoekschrift. Rekest. In de wet is bepaald dat bepaalde zaken met een verzoekschrift moeten worden ingeleid. Net als de dagvaarding is het verzoekschrift dus het begin van een procedure.Voorbeeld van een procedure die met een verzoekschrift dient te worden aangevangen is de echtscheidingsprocedure.
VIV. Verklaring omtrent Inkomen en Vermogen. Verklaring nodig voor het aanvragen van een toevoeging en te verkrijgen bij de sociale dienst van de gemeente van de woonplaats. De advocaat stuurt de verklaring door naar de Raad voor de Rechtsbijstand. Heeft men uitsluitend een bijstandsuitkering, dan is geen VIV nodig. Alsdan kan worden volstaan met het invullen van een Verklaring bijstandsgerechtigden en asielzoekers.
Volledigheids- en waarheidsplicht. Plicht van partijen in een civiele procedure om de voor een beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Inspanningsverplichting ie ertoe bijdraagt dat een geding zo veel mogelijk op basis van de werkelijkheid wordt beslist.
Vonnis. Uitspraak van een rechter in een dagvaardingsprocedure
Verbeurdverklaren – De rechter kan bepalen dat een veroordeelde als bijkomende straf de spullen kwijtraakt die bij hem in beslag zijn genomen.
Verdachte – Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. De wet spreekt over “een redelijk vermoeden van schuld”. Een verdachte wordt pas dader genoemd, nadat hij is veroordeeld.
Verhaal – Het recht om een betaling geheel of gedeeltelijk bij een ander in rekening te brengen. Bijvoorbeeld de sociale dienst die een bijstandsuitkering mag verhalen op de ex-partner.
Verjaring – De termijn na afloop waarvan een recht ontstaat of juist verloren gaat.
Verlof – Verlof betekent dat een zaak voor verdere behandeling in hoger beroep in aanmerking komt.
Verplichte procesvertegenwoordiging – Beginsel dat een burger alleen een proces mag voeren als hij door een advocaat of procureur wordt vertegenwoordigd. Dit geldt alleen in civiele zaken bij derechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad.
Verschoningsrecht – Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten.
Verstekvonnis of bij verstek veroordeeld zijn – Veroordeling die wordt uitgesproken terwijl degedaagde of verdachte niet op de zitting is.
Vertrouwensbeginsel – Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat een burger erop moet kunnen vertrouwen, dat een bepaalde toezegging van een bestuursorgaan ook wordt nagekomen.
Vervangende hechtenis – Aantal dagen dat de veroordeelde moet vastzitten als hij zijn boete niet betaalt. Als een boete wordt opgelegd, wordt er meteen bij vermeld aan hoeveel dagen vrijheidsstraf dit gelijkstaat.
Vervroegde invrijheidstelling – In de regel wordt een veroordeelde na twee/derde van de gevangenisstraf uitgezeten te hebben vervroegd in vrijheid gesteld. Vervroegde invrijheidstelling vindt niet plaats bij straffen van minder dan zes maanden, in het jeugdstrafrecht en bij een levenslange gevangenisstraf. Het is de bedoeling dat de vervroegde invrijheidstelling op termijn wordt vervangen door de voorwaardelijke invrijheidstelling; alleen iemand die zich aan bepaalde voorwaarden houdt, mag dan eerder vrij worden gelaten.
Verzekering – Zie: Inverzekeringstelling.
Verzet – Bezwaar tegen een uitspraak dat iemand kan indienen die bij verstek (afwezigheid) veroordeeld is.
Voeging – Het samenvoegen van verschillende strafbare feiten tot één strafzaak of (in het civiele recht) het samenvoegen van twee procedures die tussen dezelfde personen lopen en hetzelfde onderwerp betreffen, dan wel verbonden zijn met elkaar.
Vonnis – Een uitspraak in een procedure die begint met een dagvaarding. Zie ook: Beschikking
Voorarrest – Het totaal aantal dagen dat iemand doorbrengt in een politiecel of een Huis van Bewaring voorafgaand aan de zitting en de uitspraak. De dagen die iemand in voorarrest heeft doorgebracht, worden van de straf afgetrokken.
Voorgeleiding – Verhoor van de verdachte door de officier van justitie om vast te stellen of hetOpenbaar Ministerie de rechter moet vragen om de verdachte in voorlopige hechtenis te nemen.
Voorlopig getuigenverhoor – Iemand die overweegt een civiele procedure te beginnen, kan aan derechtbank een voorlopig getuigenverhoor vragen. Dit verhoor dient om de kansen bij een rechtszaak beter in te kunnen schatten, of om te voorkomen dat bewijs verloren gaat (door vertrek of overlijden van een getuige bijvoorbeeld).
Voorlopige hechtenis – Verzamelnaam voor de begrippen bewaring, gevangenhouding en gevangenneming.
Voorlopige voorziening – Een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken die gezien kan worden als voorschot op de eindbeslissing of als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. Bijvoorbeeld de voorlopige regeling bij wie de kinderen verblijven tijdens de behandeling van de echtscheidingsprocedure.
Voorwaardelijke straf – Straf die pas wordt uitgevoerd als de veroordeelde zich niet aan bepaalde voorwaarden houdt. Als voorwaarde geldt altijd dat de verdachte zich niet binnen de proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit schuldig mag maken. De proeftijd bedraagt meestal twee jaar. Als bijzondere voorwaarde kan bijvoorbeeld worden opgelegd dat de verdachte contact moet houden met de reclassering. Als de verdachte de opgelegde voorwaarden niet nakomt, kan de officier van justitie bij de rechter eisen dat de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer wordt gelegd.
Vormverzuim – Het verwaarlozen of niet in acht nemen van vormvoorschriften in een proces of door een bestuursorgaan. Ook wel ‘procedurefout’ genoemd.
Vrijspraak – Beslissing van de rechter als hij het telastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Vrijwaring – De gedaagde in een civiel proces kan een derde partij bij de procedure betrekken, omdat die ook met de zaak te maken heeft, met het doel dat de negatieve gevolgen van de uitkomst van het geschil op die derde kunnen worden verhaald. Dat heet ‘oproepen in vrijwaring’.
Vreemdelingenrecht Het Vreemdelingenrecht regelt zaken met betrekking tot het toelaten en uitzetten van vreemdelingen, het toezicht houden op vreemdelingen die in Nederland verblijven en het bewaken van de grenzen.
Naast landelijke wetgeving zijn ook wetten en bepalingen in Europees verband van belang voor het beleid in Nederland.